Van levenslang ‘on a job’ naar flexend naar de top

Van levenslang ‘on a job’ naar flexend naar de top

Door 

  Geplaatst op 

  In 

Jobhoppen; daar doet de nieuwste generatie niet zo moeilijk over. De flexibiliteit op de arbeidsmarkt neemt toe. Economische machtsposities veranderen continue. Een ondernemer heeft flexibiliteit nodig om bijvoorbeeld internationalisering, digitalisering of flinterdunne marges op te kunnen vangen.

Nederland kent vergeleken met andere Europese landen beduidend meer flexibele banen. Flexibele banen gaan meestal gepaard met slechtere arbeidsvoorwaarden en met meer zelfstandigen die soms met moeite financieel het hoofd boven water kunnen houden. Al dat ge-flex is de overheid een doorn in het oog.

In 2015 ging het arbeidsrecht flink op de schop en moest het eenvoudiger, sneller, eerlijker en minder kostbaar voor de werkgever worden én de nieuwe regels moesten de ‘doorgeschoten flexibiliteit’ bestrijden.

Eerlijk is eerlijk, deze nieuwe regels maken het arbeidsrecht een stuk ingewikkelder. Ook is het terugdringen van flexibiliteit op de arbeidsmarkt niet gelukt. Detacheren, outsourcen en payrolling kenden we al. Platformarbeid is nieuw en ook nog eens succesvol. Niet alleen buitenlandse bedrijven als Uber of Deliveroo zoeken de mogelijkheden van het flexibel inzetten van personeel op. Ook oer-Hollandse bedrijven als PostNL doen dat.

Op zich is er niks mis met het opschudden van de arbeidsmarkt waarbij marktpartijen nieuwe spelregels bedenken. Feit is wel dat het bijna altijd zo is dat daarbij nette banen, correct loon en arbeidsvoorwaarden onder druk komen te staan. Zo is PostNL door de rechter teruggefloten en schuldig bevonden aan onderbetaling van medewerkers.

Om de doelen van 2015 toch te halen, gaat vanaf 1 januari 2020 een nieuwe wet gelden; de WAB. Met name de spelregels hoe een werkgever om moet gaan met oproepcontracten worden aangevuld. Weer meer regels, dus moeilijker. Daar worden ondernemers niet blij van.

Gelukkig, is er ook iets positiefs te melden. De duur waarin een werkgever gebruik mag maken van tijdelijke contracten, gaat van twee naar drie jaar. En, voor een werkgever die gewend is om met vaste contracten te werken, is het fijn om te weten dat daarvoor een lagere ww-premie gaat gelden. De sectorindeling zoals we die nu kennen verdwijnt. Vooralsnog wordt uitgegaan van een ww-premie van 2,78 voor vaste- en 7,78 procent voor tijdelijke contracten.

Vorige eeuw was er nog zoiets als het gouden horloge bij een 50-jarig dienstverband. Het lijkt er op dat deze eeuw zich gaat kenmerken door werkgevers en werknemers die meer vrijheid en flexibiliteit wensen en een overheid die dat aan banden wil leggen. Meer regels en dus moeilijker. Lawyers paradise.

Laatste blogs

Neem contact op

Bel mij terug

Neem contact op

Inloopspreekuur

Bezoek het gratis inloopspreekuur van Waarding Advocatuur en GvM Werkt!

Aanbevolen

Reorganisatie (deel I): hoe start je?

NOW II

Update 17 maart; de regeling werktijdverkorting als ‘corona-maatregel’ is stopgezet